-
1 stal
1 [dierenverblijf] stable 〈 voornamelijk voor paarden〉 ⇒ cowshed 〈 voor koeien〉, sty 〈 voor varkens〉, fold 〈 voor schapen〉2 [dieren] stable 〈 met betrekking tot paarden〉; herd 〈 met betrekking tot koeien〉; pig stock 〈 met betrekking tot varkens〉; flock 〈 met betrekking tot schapen〉3 [sport] racing stable/team♦voorbeelden:een dier op stal zetten • stable an animal〈 figuurlijk〉 iets van stal halen • dig something out/up (again) -
2 briesen
-
3 beslaan
1 [met een waas overtrokken worden] mist up/over ⇒ steam up/over, be(come) tarnished 〈 chroom〉, be furred/coated 〈 tong〉♦voorbeelden:1 toen ik binnenkwam, besloeg mijn bril • when I entered, my glasses steamed upII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [met betrekking tot paarden] shoe♦voorbeelden: -
4 hollen
1 [met betrekking tot paarden] bolt, run away♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 de zieke/zaak holt achteruit • the patient/business is rapidly going downhillachter iemand aan hollen • run after someonevan het ene karwei naar het andere hollen • run/dash from one chore to the next -
5 bokken
-
6 dampig
3 [met betrekking tot paarden] broken-winded -
7 draven
-
8 hinniken
-
9 stappen
1 [lopen] step, walk2 [enige stappen doen] step (up/down)4 [uitgaan] go out/for a drink♦voorbeelden:wij zullen er maar overheen stappen • we'll let it passuit de auto stappen • get out of the car -
10 stapvoets
1 at walk, at a footpace 〈 ook met betrekking tot paarden〉♦voorbeelden: -
11 steigeren
-
12 vierspan
-
13 volbloed
volbloed1〈de〉♦voorbeelden:————————volbloed2〈bijvoeglijk naamwoord; alleen attributief〉2 [met betrekking tot paarden] thoroughbred♦voorbeelden:3 een volbloed liberaal/conservatief • a dyed-in-the-wool liberal/a true-blue conservative -
14 stamboek
1 [met betrekking tot rasdieren] pedigree ⇒ studbook 〈 voornamelijk voor paarden〉, herdbook 〈voor runderen/varkens/schapen〉2 [met betrekking tot personen] genealogical register3 [met betrekking tot een vereniging/inrichting] register♦voorbeelden:1 het Friese stamboek • the Friesian pedigree/herdbook -
15 span
-
16 vreten
vreten1〈 het〉1 [voer voor dieren] fodder 〈voor vee e.d.〉; food 〈voor huisdieren/wilde dieren〉; forage 〈voor paarden/koeien e.d.〉; 〈 van afval〉 slops2 [vulgair] [eten] grub, stuff————————vreten21 [vulgair] [met betrekking tot personen/eten] feed2 [informeel] [gulzig eten] stuff/cram/gorge (oneself)♦voorbeelden:1 dat is niet te vreten! • that's not fit for pigs!2 zich te barsten vreten • stuff oneself to the gullet/sickII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:het publiek vréét die schandaalverhaaltjes • the public simply laps up these scandalsdat toestel vréét stroom • this machine eats up electricity1 [knagen] eat (away), gnaw (at), prey (on)♦voorbeelden: -
17 aanspannen
1 [juridisch] institute2 [vastmaken aan de paarden] hitch to♦voorbeelden:1 [met betrekking tot trekdieren] hitch (up)♦voorbeelden: -
18 bespannen
2 [met betrekking tot trekdieren] harness (a horse to a cart)♦voorbeelden: -
19 fokkerij
2 [bedrijf] breeding farm ⇒ stock farm, pig farm 〈 varkens〉, breeding kennel(s) 〈 honden〉, stud farm 〈 paarden〉 -
20 stallen
♦voorbeelden:1 de koeien/de paarden stallen • house the cows, stable the horses
Страницы
- 1
- 2